#18 Dagboek: SNAPPEN MENSEN DAN NIET DAT IK HIER NIET VOOR GEKOZEN HEB?

Gepubliceerd op 13 oktober 2020 om 08:00

27 januari 2012, vrijdag

Mijn gedachten zijn de laatste weken vaker slecht dan goed. Iedere dag heb ik een onwijs heftige strijd met mezelf en van mensen om me heen hoor ik steeds vaker dat ik niet zoveel moet zeuren. Het lijkt erop alsof ik steeds vaker genegeerd word en ik begin me langzaam een ‘niemand’ te voelen.

Het is nooit goed of leuk met mij en ik krijg steeds meer het idee dat niemand mij aardig vindt. Ook thuis is het de laatste tijd een stuk minder gezellig. Dit komt vooral door mij, en iedere keer weer probeer ik een reden te vinden om het huis uit te kunnen vluchten.

Het liefst zou ik het huis uit gaan. Op mezelf gaan wonen of gewoon voor altijd op reis gaan. Hier ver vandaan zijn, waar niemand mij kent en waar ik gewoon anoniem mijn eigen leven kan leiden. Vluchten, opnieuw beginnen, geen verwachtingen en alleen maar stilte.

Waarom besta ik? Wat voeg ik toe aan deze wereld.  Mama en papa hadden zoveel minder zorgen gehad zonder mij. Het zou thuis zoveel relaxter en gezelliger zijn geweest. Nu is er iedere avond weer ruzie, omdat ik vind dat mama één aardappel teveel heeft opgeschept voor mij.  Ik snap wel dat hun geduld langzaam opraakt. Soms durf ik mijn kamer niet uit te komen omdat ik bang ben dat ze liever hebben dat ik er niet bij ben.

Ik beloofde mezelf om van 2012 een beter jaar te gaan maken, maar tot nu toe zit ik midden in een hele erge terugval en ik ben voorlopig nog niet van plan hieruit te komen.
 
De laatste tijd heb ik ook overal jeuk. Dit is stress, dat kan niet anders. Van mezelf moet ik blijven jeuken totdat het vuurrood en opgezwollen is. Vaak krab ik zo lang, dat het helemaal opengaat.

 

Door dat krabben doe ik doe mezelf veel pijn. Op het moment dat ik me krab, voelt die pijn even heel goed en nu lukt het me dus niet meer om te stoppen met krabben. Langzaam neemt een depressie mij over en het wordt steeds moeilijker om mijn bed uit te komen. Iedere avond huil ik mezelf in slaap en daardoor heb ik altijd rode ogen bij het opstaan. Ook dit doet pijn, maar het duiveltje op mijn rechterschouder vertelt me dat pijn goed is…

Iedere dag stromen er tranen over mijn wangen. Eerst was dit alleen wanneer ik alleen op mijn kamer zat, maar nu kan het echt overal gebeuren. Vandeweek moest ik zomaar, uit het niets, huilen in de klas. Het was tijdens Nederlands en de tranen bleven komen. Het lukte me niet meer om te stoppen. Ik liep naar het toilet en toen ik terugkwam keken mensen me verbaasd aan. Er werd gevraagd wat er aan de hand was. En toen ik zei dat ik het niet wist, konden sommige meiden het niet laten om een nare opmerking te maken. Ik had de neiging om iets kapot te gooien. Het lukte me bijna niet meer om mijn boosheid voor me te houden.

Waar bemoeien ze zich mee? Laat mij! Laat me met rust!

Natuurlijk durf ik op zo’n moment niks te zeggen tegen mijn klasgenoten, maar van binnen heb ik de hele school bij elkaar geschreeuwd.

                                                                                                                                           

Mensen denken dat het beter met me gaat, want nog steeds eet ik gewoon wat er op mijn eetlijst staat en daarom bespreek ik niks. Alles speelt zich af in mijn hoofd en ik wil geen negatieve aandacht meer vragen. Niemand zit te wachten op mijn zelfmedelijden. 

Met aankomen gaat het ook slecht. In twee maanden ben ik niks aangekomen en het wordt langzamerhand weer gevaarlijk. Het vertrouwen wat ik aan het opbouwen was bij mama en papa, wordt ook weer minder en ik neem mezelf in de maling. Het getal op de weegschaal overheerst mijn leven. Iedere dag sta ik minimaal twee keer op dat ding en ik kan echt niet meer zonder.

Ik wil opgeven, het hoeft allemaal niet meer voor mij. Ik ben klaar met vechten!


Iedere dag moet ik weer mijn masker opzetten als ik mijn kamer uitloop. Soms krijg ik behoorlijk irritante reacties  van mensen om me heen. Zoals “kom op, niet zo zielig doen”, “je kunt het” of “even je schouders eronder, even doorzetten.” Alsof ik een onderzoek in het ziekenhuis krijg van vijf minuten en ik daarna weer de oude ben.

SNAPPEN MENSEN DAN NIET DAT IK HIER NIET VOOR GEKOZEN HEB?

 

ik weet ook niet waar het vandaan komt, maar ik weet wel dat ‘even doorzetten’ mij niet gaat helpen met beter worden. Niks ‘even’, dit gaat een strijd worden die mijn hele leven gaat duren.

 

Mijn motivatie is ver te zoeken. Alles is negatief en ik merk dat ik in een negatieve spiraal zit. Naast mijn bewegingsdrang lig ik voor de rest het liefst alleen maar in mijn bed, de uren te tellen tot ik mag gaan slapen.

Ik voel een grote leegte om me heen, maar ik weet niet naar wie of wat ik verlang.
Verlangen naar stilte en rust komen steeds vaker terug. Deze gedachten wil ik helemaal niet hebben, maar het overkomt me. Het frustreert me dat ik weet dat er niets is opgelost als ik verdwijn. Ik zou alleen maar verdriet veroorzaken en mensen nog meer pijn doen.

Hoe ga ik mijn motivatie terug vinden?
Hoe ga ik hier ooit uitkomen?
Wat kan ik nog meer proberen?


Wil je op de hoogte blijven van al mijn dagboekverhalen en blogs?
Schrijf je hier in voor mijn nieuwsbrief en ik stuur jou 1 keer per week een update.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb