Mijn jongere jaren (2/4)

Gepubliceerd op 10 juni 2020 om 09:30

Weer wennen
Halverwege groep 4 werd er helaas besloten dat ze me niet meer verder konden helpen op de basisschool waar ik toen zat en moest ik, door mijn dyslexie, naar het speciaal onderwijs. Na een paar weken niks meer te hebben gehoord van mijn vriendinnetjes besloot ik een mailtje te sturen. Op mijn vraag om binnenkort een keertje samen te spelen was het enige antwoord : ‘Ik mag niet meer met je omgaan, want jij bent anders zegt mijn mama’. We waren toen 8 jaar oud…

Ik weet nog toen ik halverwege groep 4, na de kerstvakantie, in mijn nieuwe klas kwam. Op een nieuwe school met allemaal nieuwe kinderen. Ondanks dat er de eerste dagen veel kinderen om me heen hingen, omdat ze een nieuw meisje erg interessant vonden, had ik me nog nooit zo eenzaam gevoeld. Dit zorgde ervoor dat ik wilde veranderen en dus streng werd tegen mezelf. Het voelde alsof ik me iedere dag weer moest bewijzen om geaccepteerd te worden door een paar meiden uit de klas, waar ik graag mee om wilde gaan. Ze leken mij nog de ‘normaalste’ kinderen op deze school en ze waren het meest bijdehand, dus ik keek tegen hun op.

Ergens was het speciaal onderwijs erg fijn, want na de pauzes moesten we over onze gevoelens praten, wat ik nog nooit eerder had kunnen doen omdat het altijd over mijn dyslexie ging. Het lezen en schrijven ging steeds beter en ik begon er langzaam een klein beetje plezier in te krijgen. Wel voelde ik me weer anders dan de andere kinderen van mijn klas, want alle andere vakken waren erg makkelijk en ik liep dus ver voor op de rest.

 

Er waren veel kinderen met gedragsproblemen. Zelf had ik ‘alleen maar’ dyslexie en het werkniveau van de meeste kinderen lag een stuk lager. Hierdoor ging ik me anders gedragen dan ik gewend was van mezelf. Steeds luidruchtiger, drukker en meer bijdehand tegen de juffen en meesters, waardoor ik steeds meer bij de groep betrokken werd.

 

Mijn concentratie werd steeds minder maar omdat het schoolwerk best makkelijk was, viel dit niet op. Het is me gelukt dit de jaren op het speciaal onderwijs vol te houden. Na ongeveer een jaar ‘aankloten’ had ik mijn draai een beetje gevonden en kreeg ik één vaste schoolvriendin.

Ook viel ik erg op bij de jongens, wat zorgde voor veel teleurstellingen en ongemakken wanneer ze eindelijk de moed hadden verzameld mij te vertellen dat ze me leuk vonden.
Hier wilde ik niks van weten, tenminste, niet op zo’n manier… Ondanks dat er wel een paar lieve jongens bij zaten, heb ik me nooit heel gemakkelijk gevoeld tussen al die jongens en ging me daarom uitsloven en gedragen als een jongen. Voetballen, stoeien, overal deed ik aan mee. Er zaten veel jongens in mijn klas, wat voor mij betekende dat ik me moest aanpassen om contacten te behouden. Ervoor zorgen dat ik leuk gevonden werd.


Wanneer je begint te puberen
Een paar jaar later gebeurde er een paar dingen in de familie die veel indruk hebben achtergelaten.
Als jongste van drie kinderen kreeg ik, voordat mijn zus ging puberen, altijd veel aandacht en mijn broer en zus noemden me altijd ‘het lievelingetje van mama en papa’. Of dit echt zo is betwijfel ik, want mijn ouders houden net zoveel van mij als van mijn broer en zus. Wel was ik gewoon een stuk meer bij mijn ouders, doordat ik minder vriendjes en vriendinnetjes had en graag dingen samen met hen deed. Zelf ben ik nooit erg sociaal geweest, terwijl mijn broer en zus hier juist erg goed in waren. 


Tijdens mijn tienerjaren heb ik veel verschillende periodes gehad van jongens-meisje die in bomen klom tot meisje-meisje die iedere dag opnieuw haar nagels ging lakken. Van alleen maar zwarte kleding tot aan alle kleuren van de regenboog. Maar steeds kwam ik er maar niet achter wie ik nou echt ben, steeds deed ik waarvan ik dacht dat anderen het leuk zouden vinden. Depressieve gedachten kwamen al vroeg en daar kwamen steeds vaker handelingen bij kijken die ik nooit durfde te voltooien.

 

Ik groep 7 begon ik met het snijden in mijn arm, maar doordat mijn pijngrens erg laag is lukte het me nooit om echt diep te snijden. Die lage pijngrens zorgde voor een hoop boosheid. ‘Mietje! Zet nou gewoon een keer door en ga niet weer zo zielig zitten huilen’. Mijn emoties en gedachten waren een rollercoaster en de gedachte waarom ik eigenlijk leef kwamen steeds vaker terug. Hier kon ik met niemand over praten en iedereen heeft me altijd gezien als een vrolijke meid die met iedereen kon opschieten.

 

Op de scouting kreeg ik een vaste vriendin, waar af en toe wat serieuzere gesprekken mee kwamen, maar toen ik na groep 8 van het speciaal onderwijs in de eerste van het VMBO kwam, stond het leven weer op zijn kop. 

In groep 8 van de basisschool werd ik ongesteld en het voelde alsof mijn pubertijd veel te vroeg was begonnen. Het voelde alsof ik te ver voorliep op mijn leeftijdsgenoten en ik veel te snel aan het opgroeien was. Nog steeds voelde ik me anders en nu kwam hier onwijs veel onzekerheid bij kijken.

 

Mijn lichaam was helemaal aan het veranderen, mijn vriendin van het speciaal onderwijs raakte ik langzaam kwijt en ik mengde me meer tussen mijn nieuwe klasgenoten. Met niemand was de band echt hecht maar met iedereen had ik wel contact en in de pauzes stond ik gelukkig dus nooit alleen. De band met mijn vriendin op de scouting werd steeds hechter en we zagen elkaar steeds meer in onze vrije tijd...

Dank voor het lezen!
Het volgende deel komt donderdag 11 juni 10:00 online. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.